Wat is de betekenis van Nes?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nes

I. v. (-sen), (inz. in aardrijkskundige namen) landtong, aan scherpe bochten van rivieren of aan de zee gelegen; (ook) schor, aanslibbing, buitendijks land (b.v. in Renesse, Scherpenisse). II. bn. bw., 1. (Zuidn.) zacht, week: een nes ei, zacht gekookt; nes brood; — vochtig: dat land ligt te nes, te nat; 2. (gew.) onfris, stinkend: het rui...

2025-07-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Nes

Zie Agnes

2025-07-28
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Nes

Uitstekende landpunt of hoek. Komt op verschillende plaatsen voor als veldnaam of nederzettingsnaam. In oudere namen soms verward met -nis (mogelijk uit -ens).Zie: FP 2 (1949) 84-86.

2025-07-28
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Nes

Grote en Kleine Nes: twee boerderij plaatsen bij Bierum, oorspronkelijk kleine wierden. Nes = landtong of aangeslibd buitendijks land.

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Nes

wonder; Hebreeuws nes, idem.

2025-07-28
Historische figuren van de Lage Landen

Dankers en Verheul (1965)

Nes

Aert Jansz. van (1626-1693) Nederlands vlootvoogd. Vocht samen met De Ruyter in de Tweede en Derde Engelse Oorlog. Onderscheidde zich in de tocht naar Chatham (1667) en de slag bij Solebay (1672). Een van de weinige zeehelden die in bed stierf.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nes

woonplek wat insekte of voëls bou of maak om eiers te lê; verblyf van rowers of diewe; houplek; treurige plek; net soos; genes, nesmaak.

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

Nes

Amsterdamse buurt.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nes

I. v. nessen (landtong); inz. in samenst.: -nesse, -nisse, b.v. Renesse, Bornisse; II. bn., bw. (Z.-N. 1 zacht, week; 2 vochtig; 3 fris): 1. een nes ei; 2. het riekt hier nes; 3. nes groen.