Akte van aanstelling. Vaak met beperkende bepalingen voor de stadhouder.
In de I. van Ernst Casimir wordt hem verboden: vast bezit in Frl., eigenmachtig verleggen van garnizoenen of aanleggen van versterkingen, het doen van verzoeken over de opvolging. Willem iv kreeg 1748 een I. die hem veel macht toekende.
Willem V verzocht 1766 om een I., hoewel zijn positie bepaald was. Volgens deze I. heetten de Staten soeverein en was het verboden bij de begeving van ambten ‘inboorlingen’ te passeren; de stadhouder mocht geen stemgerechtigd goed bezitten.
Willem v wees toen op de gunstiger I. van 1748.Zie: C. J. Guibal, Democratie en Oligarchie (Assen 1934), 23, 24 173, 174.