(Fr.: Boppe- of Heechlânnen). Vroeger de naam van vreemde landen, hoger dan het onze, speciaal Duitsland.
Een ‘boppelanner’ was een bovenlands paard; een ‘heechlanner’ een boerenseizoenarbeider uit Westfalen en omstreken, zie Hannekemaaier, Lapkepoep, Paard.