a. Kinderfeest in een deel der Fr.
Wouden, nog ca. 1850; in de nacht van vrijdag op zaterdag voor Kerstmis werd bijeengegaard hout in school op de open haard verbrand, terwijl de torenklok zonder ophouden luidde. Als het licht werd, blies een jongen op een koehoorn en draafde de jeugd met veel lawaai in en uit de school, al zingend: Hantsje Plús (of Plus), didelomme dus, Pyp yn 't hoarn, Ii wurdt Ijocht moarn (blaas op de hoorn, het wordt lichte morgen).b. Kinderschrik met een kruiwagentje, die de kinderen bestraft als ze in het koren lopen, zie Antsje-meiit-tsjil.