In Frl., met zijn af zet van vee naar binnenen buitenland, wilde men, toen de mogelijkheden voor ziektenbestrijding groter werden, graag de koper garanties geven omtrent de gezondheid van het gekochte dier. Het bestaande veterinaire staatstoezicht wilde de ernstige veeziekten (bijv. veepest, longziekte, mond- en klauwzeer, miltvuur) keren, maar tot een systematische bestrijding van minder snel verlopende ziekten kwam het voor 1920 niet.
In 1919 werd door het Fr. Rundvee Stamboek met de Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Frl. opgericht de G., vnl. op initiatief van
A. H. Veenbaas, de eerste directeur. Deze dienst wilde de gezondheid van het vee op peil houden. Daartoe konden zuivelfabrieken of verenigingen van melkveehouders zich vrijwillig aansluiten. Al spoedig begon deze dienst met de bestrijding der tuberculose onder het rundvee, waardoor meer dan het derde deel der dieren was aangetast. Met het succes van deze bestrijding groeide de belangstelling, en kort voor W.0. ii werd de deelname algemeen, terwijl er toen reeds zuivelfabrieken waren die uitsluitend melk van t.b.c.-vrij vee ontvingen. In 1950 was de hele Fr. rundveestapel t.b.c.-vrij. Toch wordt nog regelmatig op die ziekte gecontroleerd, maar het aantal besmette dieren, dat direct onschadelijk wordt gemaakt, is gedaald tot 1 op 20 000. In 1946 en 1947 zijn ook in andere provincies G.en opgericht, gesteund door een wettelijke regeling betreffende de bestrijding der rundertuberculose.
Na de tuberculose is de systematische bestrijding van abortus Bang (besmettelijk verwerpen) aangepakt. Ook hier is de deelname vrijwillig via de zuivelfabrieken. Heel spoedig was deze algemeen. De resultaten beloven veel, zodat spoedig ook deze ziekte hier kan zijn overwonnen. Inmiddels is door georganiseerd optreden de runderhorzel in Frl. geheel bedwongen. Eveneens kon men eerst vrijwillig, later vrijwillig met overheidssteun de runderen jaarlijks tegen mond- en klauwzeer laten inenten.
Door de wettelijke maatregelen omtrent de dierziektenbestrijding heeft de G. een semi-publiekrechtelijk karakter gekregen.
Dit alles is bereikt door goede medewerking der belanghebbenden de veehouders - en voorts door goede samenwerking tussen G. en veterinair staatstoezicht en met de praktizerende dierenartsen. Hierdoor is de G. geworden tot wat de oprichters voor ogen stond: een lichaam dat garandeert, dat verkochte dieren vrij zijn van bepaalde ziekten, hetgeen uit de nodige certificaten kan blijken. In 1947 kwam fusie tot stand met de G. van de Ver. van Zuivelindustrie en melkhygiëne. Vaak, zoals bij fokstieren en bij andere waardevolle dieren, blijft het certificaat niet beperkt tot deze ziekten, maar geeft het ruimer waarborgen, o.m. ook op het gebied der vruchtbaarheid. Dit certificatensysteem is van groot belang voor een veeverkopende prov.
Naast de bestrijding van ziekten en het daarvoor nodige onderzoek, verricht de G. vele andere onderzoekingen op het gebied der dierziekten. Er is een laboratorium, waar onderzoekingen naar ziekte- en doodsoorzaken kunnen worden verricht. De G. kan daardoor voorlichting geven op een uitgebreider gebied der dierziektenbestrijding en hoeft zich niet te beperken tot het rundvee. Naarmate de meest gevreesde ziekten zijn bedwongen, neemt het werk der voorlichting bij andere ziekten toe. Samenwerking met de praktizerende dierenarts is hier van groot belang.