Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GEESTELIJKE BROEDERSCHAPPEN

betekenis & definitie

Gilden, die allereerst voor de geestelijke belangen der ambachtslieden zorgden. Zij bezaten in de kerken eigen altaren, waar zielsmissen gelezen werden.

Deden in de M.E. veel voor armenzorg (levensmiddelenuitdeling, gasthuizen). In Frl. kwamen o.a. voor het St.-Antoniusgilde te Staveren en Lwd., het Sacraments- en O.L.Vrouwe-ter-Noodtgilde te Franeker en het Sacraments- en Soeten-Namen-Jesugilde te Lwd.

Het werk der G.B. werd ook door kloosters, bijv. die der geestelijke ridderorden (Oudeschoot, Nes bij Akkrum en Hospitaal bij Sneek) gedaan. G.B. leven voort in nog bestaande gasthuizen.Zie: P. C. J. A. Boeles, Armengoederen en armbestuur in Frl. (1902).

< >