Nederlands dichter (17561831). Bevriend en corresponderend met verschillende Friezen (o.a.
Cynthia Lenige, A. W.
Schoonhoven, G. Outhuys, J.
H. Halbertsma).
J. H.
Halbertsma maakte hem bekend met de Fr. letterkunde; op zijn verzoek vertaalde B. Gysbert Japicx’ Tjeskmoars see-aengste (Mengelingen iv, 1808 50-60,) en enkele kleinere gedichten (in: Hulde aan Gysbert Japiks 11, 321-325).
Ook schreef B. enkele gedichten voor Halbertsma en een elegie bij C.
Leniges dood.
Zie: Wumnkes, Paden rv, 420-424; Reg. Leeuw.
Cour., 28; Repert.,. 228;Tsj. (1949), 131-138, 171-174.