Naast de oude en vaak rijke gasthuizen ontstonden reeds in de 16de eeuw in Fr. de A .en voor wie zich niet als provenier konden inkopen: passanten, zwervers, behoeftige, zieke en invalide armen, alsmede onverzorgde minderjarigen (verlatenen en soldatenkinderen, vondelingen enz.) In Lwd. met zijn vele gasthuizen komt pas 1830 het Stads Arm- en Bestedelingshuis, te Bolsward daarentegen al 1522 (Hendrik Nannesstichting); Franeker (1785), Harlingen (1767), Sneek (1675), Makkum (ca. 1770). Meestal nam het stadsbestuur het initiatief tot de stichting der A.en, soms de diaconieën, of er kwam na verloop van tijd een fusie tot stand tussen beide instanties.
Zo kreeg bijv Bolsward in 1618 ook nog een gereformeerd A. en in 1769 een doopsgez. A., Harlingen in 1764 een herv. diaconaal A., terwijl beide stadjes reeds een zgn. stads-A. hadden; ook Makkum bezat naast zijn algemeen A. een diaconaal A. In de 19de eeuw stichtten vele plattelandsgem. A.en ter huisvesting van arme, gebrekkige en ziekelijke armen, zie Armenzorg.
Zie: Monografieën over deze tehuizen, verzorgingscentra en stichtingen in Frl. bestaan nog niet, hoewel sommige (Bolswarder H.N.stichting) archivalisch materiaal bezitten. Gedrukte gegevens vindt men haast uitsluitend in plaatsbeschrijvingen en in verhandelingen over armbestuur, armenzorg en armengoederen; vgl. P. C. J. A.
Boeles, Armengoederen en armbesturen in Frl. van de 14de eeuw tot heden (1902); L. J. van Apeldoorn, De kerkelijke goederen in Frl. 11 (1915), 19-42.