(letterlijk: wederdopers). Naam, vaak gebruikt voor de oudste doopsgezinden.
Zij komen van 1530 af in Nederland, ook in Frl. voor, waar Sicke Freerks als eerste A. de marteldood stierf, en waar hun leider Menno Simons woonde. Men dient te onderscheiden tussen de vreedzame (weerloze) A. en de revolutionaire A. of wederdopers.
De laatsten verdwijnen spoedig na 1536; de eersten heten dan meestal men(n)isten, later doopsgezinden. Over hun leven schreef Ypk fan der Fear, De Breugeman komt (1953, Holl. vert.
Baarn 1956). zie Wederdopers.