(1882-1972). Aannemer-architect te Zaandam.
Piet Molenaar volgde, als laatste van een geslacht dat honderd jaar in de aannemerij werkte, zijn vader Lucas Molenaar op, een bekend aannemer, architect en taxateur. Zijn opleiding ontving hij aan de Quellinusschool te Amsterdam. Zijn belangrijkste werk is wel het gebouwencomplex van Koninklijke →Verkade (ten westen van de Westzijde te Zaandam), omvattende de beschuitfabriek met op de bovenverdieping de kantoren (1926), benevens de biscuitfabriek met de karakteristieke watertoren (1931).
Daarnaast bouwde hij te Zaandam een drietal houtzagerijen, namelijk de ‘Czaar Peter’ voor de firma Pieter de Lange, ‘De Vlijt' voor de firma van Doesburgh en Co en ‘De Breeuwer' voor de firma Gebr. Endt. Als verwoed zeiler bouwde hij voor de Zaanlandse Zeilvereniging het jachthavengebouw aan de Voorzaan en de starttoren op het eiland in het Alkmaardermeer. Hij ontwierp verschillende winkelpanden en woonhuizen te Zaandam, zoals Westzijde 166 en Mauvestraat 1. Tevens verbouwde hij de bovenverdieping van het Luthers Wees- en Armenhuis aan de Vinkenstraat te Zaandam. De hal en het trappenhuis in een voor die tijd zeer moderne stijl zijn nog aanwezig. Een ontwerp voor een dag- en nachtverblijf voor de TBC-vereniging te Zaandam, in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid, is nooit tot uitvoering gekomen.
Molenaar, Pieter Fabrikant te Westzaan, oprichter van →Molenaars Kindermeel.
Vóór Pieter Molenaar zich tot ondernemer ontwikkelde was hij een belangrijk voorvechter van het vroege socialisme. In 1885 was hij houtzager van beroep en behoorde hij tot de oprichters van de Houtbewerkers-vereniging. In 1884 was hij mede-oprichter van het ‘Volksblad voor de Zaan en omstreken'. In de geschiedenis van de Zaanse arbeidersbeweging nam hij vooral een belangrijke plaats in als oprichter van het →PAS-Zaanstreek. Ook als fabrikant bleef hij de (vrij-) socialistische opvattingen trouw. Hij was een fervent aanhanger van →Domela Nieuwenhuis en heeft zich niet aan willen sluiten bij de SDAP.