Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wumkes, geert aeilco

betekenis & definitie

(Joure 1869 - Huizum 1954)

Studeerde theologie in Leiden (1889) en Groningen (1893). Hervormd predikant in Hoorn (Terschelling) (1894), Roden (1898), Zeerijp (1901) en Sneek (1906-1924, emeritaat). In de periode 1924 -1940 was hij bibliothecaris van de Provinciale bibliotheek van Friesland.

Wumkes maakte vooral naam als kerkhistoricus. Zijn dissertatie handelde over De Gereformeerde Kerk in de Ommelanden tusschen Eems en Lauwers (1595-1796) (1904; herdruk 1975). Zijn promotor was C.H. van Rhijn. Hoewel zijn grootste interesse uitging naar Friesland, bleef hij zijn historische belangstelling voor Groningen bewaren, wat blijkt uit vele uitgaven en artikelen, onder meer in het Maandblad Groningen, het tijdschrift Het Noorden en de Groningsche Volksalmanak. Met J.A. Feith, C.H. van Rhijn en J.

Vinhuizen stelde hij de verzamelde Grafschriften in Stad en Lande te boek (1910). Met J. Vinhuizen alleen publiceerde hij het standaardwerk Het Avondmaalszilver in de Provincie Groningen (1913). Hij was een boezemvriend van P.H. Meekhoff Doornbosch, met wie hij veelvuldig correspondeerde. In zijn geschriften riep Wumkes bij herhaling op respect te tonen voor klokken, avondmaalszilver en grafzerken, en deze te beschrijven en te behouden: ‘Van oud-Ommelander Grafzerken’, GVH 1906, 206-232, en ‘De torenklokken wachten’, GVH 1924, 88-107. dit opzicht was hij onder meer een wegbereider van en voorbeeld voor A. Pathuis en een vroege monumentenzorger van betekenis.

< >