Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Stadsrecht

betekenis & definitie

Geheel van rechtsregels, dat binnen een stad gold. Het was een combinatie van gewoonterecht, bevolen recht en gekozen recht en had betrekking op zowel het publiek- als het privaatrecht.

In de provincie van Stad en Lande bestonden aan het eind van de Middeleeuwen twee steden: Groningen en Appingedam. Wanneer het stadsrecht van Groningen voor het eerst is opgetekend, is onbekend. Het handschrift dat in 1886 door A. Telting werd uitgegeven onder de titel Stadboek van Groningen in de serie Oude Vaderlandsche Rechtsbronnen (Werken der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht, eerste reeks, no. 9) bevat de oudste overgeleverde tekst van dit stadsrecht. In de eerste helft van de 15de eeuw kwam een nieuwe optekening tot stand, waarvan de eerste bepaling een besluit uit 1425 weergeeft. In de loop van de tijd werden allerlei bepalingen aan deze optekening toegevoegd.

Dit met de hand geschreven Stadboek was de grondslag van het Groninger stadsrecht tot het in 1809 respectievelijk 1811 zijn kracht verloor. In 1828 pas verzorgde Jacobus de Rhoer een uitgave van dit Stadboek van 1425 (Verhandelingen Pro Excolendo Iure Patrio). In 1689 werden de bepalingen van het oude stadsrecht op het gebied van het huwelijksrecht, het huwelijksgoederenrecht, het erfrecht en het recht ten aanzien van schenkingen en euvelgang ingrijpend gewijzigd en aangevuld in de Stads Nieuwe Constituties (o.a. opgenomen in de bundel Corpus der Groninger Regten (Groningen 1725) onder nr. 14).Het stadsrecht van Appingedam was neergelegd in verscheidene teksten, zoals de ‘Damster Buurbrief (1327) en de ‘Schuttenbrief (1548). Vanaf 1601 leefde men daar mede naar het Ommelander Landrecht.

Lit.: I.B. Cohen, Iets over het Groninger land- en stadsrecht van vroeger tijd (Groningen 1952).

< >