Cichoreiwijfjes, kabouterachtige wezens, kleine vrouwtjes in het zwart (swaarde wiefkes), verwant met de grauwkes (aardmannetjes) en zwarte juffers, die net als de witte juffers zich ’s nachts veelal langs de wegen en bij voormalige borgen en boerderijen vertonen. Het zijn voorboden van ongeluk en dood.
Ze worden ook als kinderschrik aangewend.Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 148, 208.