Isaac Antoni Soetens van Royen (1800-1868), geboren in Vledder, was jurist, gemeentesecretaris van Meppel, notaris en raadslid in Zwolle, lid Provinciale staten van Overijssel en van de Eerste Kamer (1850). Als overtuigd liberaal door Thorbecke als Commissaris des Konings in Groningen benoemd (1853-1867).
IJverde voor de aanleg van het Eemskanaal.Zijn zoon Berend van Royen (1832-1893) was advocaat en notaris, liberaal raadslid, wethouder en burgemeester van Groningen (1872-1880). Hij was lid van Provinciale Staten, de Eerste Kamer en rechter in Groningen (1886). Van Royens burgemeesterschap werd gekenmerkt door een grote ontplooiing van de stad: ontmanteling der Vestingwerken (1874), het behoud van de universiteit en de voltooiing van het Eemskanaal (1876) en de uitbreiding van de aansluiting op het spoorwegnet.
Lit: A.F. Meilink, ‘Van liberalisme naar radicalisme 1818-1940', in: Formsma, Historie; NNBW III, 1102-1104.