Door vervening ontstane langgerekte plassen in laagveengebieden. Het uitgebaggerde veen werd op naastgelegen stroken grond (zetwallen) te drogen gelegd en tot turven verwerkt.
Na het in onbruik raken van het land begroeiden de zetwallen met elzen, waarmee dit landschapselement zijn karakteristieke verschijningsvorm kreeg. Petgaten komen voor bij Westerbroek en Slochteren en aan weerszijden van de Hondsrug, zoals de Harense Wildernis, in het Zuidelijk Westerkwartier onder andere bij het Leekstermeer, Pasop en langs de Lauwers. Het zijn nu natuurgebieden, waarbij het beheer gericht is op het instandhouden van verschillende stadia van de verlandingscyclus. Wanneer de plassen zijn dichtgegroeid, worden ze opgeschoond. Landschapsbeheer Groningen zorgt veelal voor dit onderhoud.