Worden bestaande kavels grond vergroot door het verlengen van kavelgrenzen in onverkaveld land, dan heet dit opstrek en ontstaat een opstrekkende verkaveling. Langs de kust van de Waddenzee hadden de aanliggende boerderijen recht op het nieuw aangeslibde land dat buitendijks van hun landerijen lag.
Wel moesten de boeren voor de bedijking zorgen. Zo ontstond langs de Waddenkust in de nieuwe polders een opstrekkende verkaveling. Het recht van opstrek hield tijdens de Franse tijd op te bestaan, maar werd door de boeren aangevochten (kwelderkwestie).