Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Noordwijk

betekenis & definitie

Gron.: Noordwiek.

Dorp in de gemeente Marum aan de Noorderweg tussen Marum en Kornhorn. Vroeger stonden hier enkele tichelwerken.

De hervormde kerk stamt uit de Middeleeuwen; vanwege de bepleistering (1868) is een nauwkeuriger datering niet mogelijk. In de dakruiter een klok uit 1712. De preekstoel komt uit de kerk van Leek, sinds 1752 in Noordwijk. Orgel van P. van Oeckelen, 1871.

Noordwijk = noorderbuurt ten opzichte van Marum.

Schimpnaam voor de inwoners: Rotten.

Lit.: A.J. Noordveld en W.H. de Boer, De kerk van Noordwijk in Vredewold (Noordwijk 1984).

< >