Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Noorddijk

betekenis & definitie

Gron.: Noorddiek.

Dorp in de gemeente Groningen aan de Noorddijkerweg ten N.O. van de nieuwe stadswijk Lewenborg. Tot 1969 gelegen in de voormalige gemeente Noorddijk met als hoofdplaats Ruischerbrug en voorts Noorderhoogebrug, Paddepoel (deels), Harssens (deels), Middelbert, Engelbert, Selwerd, Roodehaan, Oude Roodehaan en Euvelgunne, en Oosterhoogebrug. Op de grens van de gemeenten Groningen en Bedum loopt het Noorddijkstermaar, dat ten N.O. van het dorp uitkomt in het Kardingermaar. Noorddijk ontstond in de vroege Middeleeuwen, toen vanaf de Hunze het oostelijk gelegen veengebied werd ontgonnen; het werd een wegdorp langs de voormalige achterdijk.

De romano-gotische kerk (rond 1250) met toren (1648) heeft veel wijzigingen ondergaan, namelijk in de 16de eeuw, en blijkens een gedenksteen op de toren in 1648 en 1735. In de toren hangt een klok uit 1660, gegoten door W. Jacobus de Vrij. Het interieur wordt overdekt door een stucplafond met rozetten (1894), aangebracht onder een balkenplafond (midden 16de eeuw). Tot de inventaris behoren een neoclassicistische preekstoel (1840), gemaakt door A.C. Cramwinkel, en een orgel uit 1864, gemaakt door P. van Oeckelen. De gebrandschilderde ramen (1765) zijn vervaardigd door Petrus van der Veen; een ervan geeft de kerk weer.

Na de dood van dominee P. Boeles (1875) is op het kerkhof een gietijzeren grafmonument met obelisk voor hem en zijn familie geplaatst. De borg Lewenborg alhier is in de 18de eeuw gesloopt. De poldermolen ‘Noordermolen’ (achtkante bovenkruier) werd in 1888 gebouwd door J. Lubsen; de voorganger stamde uit 1864.

In de Middeleeuwen Northdic, Nordike = dijk ten N. van Groningen.

Lit.: K. Holstein en W. Friso, De kerk te Noorddijk. Geschiedenis en de restauratie 1995-1997 (Groningen 1997); Stadsdeel Noorddijk: 1994 en verder (Groningen 1994); A. Buursma (red.), Trouwe wachters van Gruno's veste; Ruischerbrug, Noorddijk en Middelbert (Bedum 1994); M. Stokroos, Gietijzeren graftekens in de provincie Groningen, Groninger Kerken 2 (1985) 4-13.

< >