Krant, in 1904 ontstaan op initiatief van een groep landbouwers. Deze wilde een eigen persorgaan om weerstand te kunnen bieden aan de fabrikanten, die in haar ogen de regionale kranten te zeer overheersten.
Behalve landbouwblad werd de krant ook nieuws- en advertentieblad in meer algemene zin. Ze werd gevestigd in Wildervank. Hubertus Knoop was administrateur-uitgever. Jan Kok, directeur van de landbouwwinterschool in Veendam, redigeerde de landbouwcourant en J. Smith het nieuws- en advertentieblad. De start was overtuigend, maar spoedig liep het aantal abonnees achteruit.
In 1909 dreigde opheffing, maar lezeres mevrouw Gelms-Tepper, boerin in Zuidwending, opende met succes de jacht op nieuwe abonnees; een vereniging van propagandisten wist De Noord-Ooster in het zadel te houden. In 1920 werd de grootste concurrent, de Nieuwe Veendammer Courant, overgenomen. Door het inzicht van Hubertus Knoop bleef De Noord-Ooster in grafisch-technisch opzicht bij de tijd. Na zijn dood in 1930 leidde zijn vrouw, Meta Knoop-Bierling, het bedrijf; zij was al eerder min of meer als hoofdredacteur opgetreden. Bij aanvang van WOII verscheen De Noord-Ooster vier keer per week. Ze behoorde tot de kranten die vrijwel onafgebroken tot het eind van de oorlog verschenen; na de bevrijding volgde een verschijningsverbod.
Vanaf begin 1946 voorzag het Dagblad voor de Veenkoloniën en omliggende streken, een uitgave van het Parool, in de nieuwsvoorziening. Het maakte daarbij gebruik van de faciliteiten in het gebouw van De Noord-Ooster in Wildervank. Het ondervond daarbij concurrentie van De Vrije Nederlander, een naoorlogse voortzetting van het illegale Doorgeven. Deze had kort na de bevrijding, met steun van het Militair Gezag, geprobeerd de rol van De Noord-Ooster over te nemen. Het blad werd tot 1 december 1945, zeer tegen de zin van de familie Knoop, in het pand van De Noord-Ooster in Wildervank gedrukt en verspreid. Dat leidde tot conflicten, waarna De Vrije Nederlander het gebouw op 1 december 1945 ontruimde.
Kort daarop nam het Dagblad voor de Veenkoloniën en omliggende streken er zijn intrek. Op 1 september 1946 maakte het weer plaats voor een ‘gezuiverde’ Noord-Ooster. Voor het eerst verscheen deze als dagblad. De lezers meldden zich massaal bij de vertrouwde krant.Tot het midden van de jaren ‘60 bleef De Noord-Ooster een zelfstandige krant. In 1964 kwam ze in handen van de Emmer Courant, twee jaar later ging ze deel uitmaken van de Drents-Groningse Pers, op haar beurt weer een onderdeel van de Nederlandse Dagblad Unie. In 1973 deed deze De Noord-Ooster van de hand en werd ze kopblad van de Winschoter Courant. Mede door lokaal-chauvinistische sentimenten verliep de integratie van beide Oost-Groninger kranten moeizaam. Bovendien verschilde de toonzetting. De Noord-Ooster voer een behoudender koers dan de Winschoter concurrent.
In 1986 voltrok zich een grote fusie onder de Drentse en Oost-Groninger kranten. Deze gingen deel uitmaken van het Wegener Concern. Op 28 augustus 1992 werden Winschoter Courant en De Noord-Ooster samengevoegd tot één ochtendblad, het Groninger Dagblad. Op 1 januari 1995 nam Hazewinkel Pers de in Groningen en Drenthe verschijnende bladen over.
[Van der Veen]
Lit.: Tammeling, De krant bekeken.