De modernisering van de Goninger kustvaartvloot is ruwweg na 1918 begonnen. Het begon aanvankelijk met het gebruik van een hulpmotor.
Maar naarmate de pk’s toenamen, verminderde het zeiloppervlak. Dit proces was begin jaren ’30 voltooid. In de provinciale binnenvaart kwam de overgang van bomen, zeilen en jagen naar mechanische voortbeweging pas in de tweede helft van de jaren '20 op gang. Een T-Ford in een wat veredelde roeiboot fungeerde als opduwer (vgl. de huidige duwvaart). Ook de zij schroef (spottend ‘lamme arm’ genoemd) deed opgang. Vooruitstrevende schippers gingen direct over van zeilschip naar de zgn. luxe motor.Lit.: H. Hachmer, Voer en tegen de wind (Scheemda 1994).