Op vrijwel alle mesolithische vindplaatsen (Mesolithicum) in Noord-Nederland vinden we kuilhaarden of haardkuilen. Dit zijn schachtvormig ingegraven kuilen met een symmetrisch komvormige bodem.
De diameter in het horizontale vlak bedraagt gemiddeld 60 cm (tussen de 40 en 80 cm), de diepte 45 tot 60 cm. In de onderste 25-30 cm bevindt zich zwarte tot donkergrijze koolstof, langs de randen en op de bodem van de ingraving grotere brokken houtskool. Over hun functie weten we weinig, maar voedselbereiding en verwarming lijken voor de hand te liggen. Soms vinden we in de vulling een zogeheten ‘kooksteen’, hoogstwaarschijnlijk gebruikt bij de verwarming van vloeistoffen. Daarnaast worden hazelnootdoppen en resten van waternoot en strandbiet aangetroffen. Op sommige nederzettingsterreinen vinden we grote aantallen haardkuilen, zoals op een nederzetting in de Wildervanksterdallen, waar tijdens verschillende opgravingen vele honderden tevoorschijn kwamen.Lit.: J.L. Smit. NP-3. ‘De grootste boreaal-mesolithische nederzetting van Nederland' in: T.S. Constandse-Westermann, M.J.LTh. Niekus en J.L. Smit (red.), Bundel Mesolithicumdag Veendam 1992 (Veendam 1992) 7-18.