Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Groninger richting

betekenis & definitie

In de periode 1830-1850 ging van de Groninger theologische faculteit een grote invloed uit door de theologische en kerkelijke arbeid van de hoogleraren P. hofstede de Groot (1802-1886), Louis Gerlach Pareau (1801-1866) en Johan Frederik van Oordt (1794-1852), de laatste na 1839 opgevolgd door Willem Muurling (1805-1882). Zij waren sterk beïnvloed door de Utrechtse hoogleraar Philip Willem van Heusde (17881839), humanistisch filosoof, en vormden een hechte vriendenkring.

Zij gaven verschillende publicaties en het tijdschrift Waarheid in Liefde uit, getuigend van een nieuwe, verfrissende theologie. Ze werden in het bijzonder door de predikanten in Noord-Nederland veel gelezen.Hoewel zij zichzelf, enigszins pretentieus, ‘Evangelischen’ noemden, stond deze beweging bekend onder de naam Groninger Richting. Deze richting verkondigde een christendom dat niet in formulieren, maar in de persoonlijke ondervinding van Gods liefde, in het gevoel was gefundeerd. Ze stond kritisch tegenover de door de kerk vastgelegde geloofsleer en aanvaardde slechts de Bijbel, en dan in het bijzonder Jezus Christus als norm voor geloven en handelen; ‘Niet de leer maar de Heer.’ Haar optimistische opvoedingsideaal maakte dat zij weinig aandacht voor de leer van de erfzonde en de verzoening had. De theologie was christocentrisch, historisch en humanistisch georiënteerd. De Groningers voelden zich verwant met vroegere kerkhervormers als Thomas à Kempis en Wessel Gansfort, maar ook met Erasmus en met de remonstranten. Scherpe kritiek ontvingen ze van de zijde van het Reveil en de Afscheiding. Uit de Groninger Richting kwam in de tweede helft van de 19de eeuw het modernisme voort, dat verder ging in bijbel- en leerkritiek.

[Boneschansker]

Lit.: P. Hofstede de Groot, De Groninger Godgeleerden in hunne eigenaardigheid (Groningen 1855); J. Vree, De Groninger Godgeleerden (Kampen 1984).

< >