(Groningen ca. 1490/1500 - Antwerpen ca. 1558)
Kunstschilder. Rond 1526 actief in Antwerpen. Hij maakte daarna een reis naar Italië en verbleef na terugkeer na 1530 een tijd in Gouda. Hij schilderde historiestukken; naar zijn werk werden verscheidene gravures gemaakt. Hij ontwierp ook gebrandschilderde glazen. Typerend voor hem zijn figuren met een hoofddeksel, voorzien van een vierkant bovenstuk.
Lit.: Het schilderboek van Carel van Mander, het leven der doorluchtige Nederlandsche en Hoogduitsche schilders, in hedendaagsch Nederlansch overgebracht (Amsterdam 1946) 85-86.