Familiegroep. De achternaam is een patroniem behorend bij de betrekkelijk veel voorkomende mansvoomaam Br(u)onger; families met deze naam behoeven daarom niet met elkaar verwant te zijn.
Bronger behoort tot de tweestammige roepnamen en is te splitsen in: bron van brunja = borstharnas, pantser en ger = speer.Vanaf midden 16de eeuw komen personen met de roep- of toenaam Br(u)onger(s) in de provincie Groningen en Oost-Friesland voor. Leden van deze groep zijn werkzaam geweest als boer, predikant, vervener, landarbeider, scheepskapitein, kermisexploitant en scheikundige. Eind 19de eeuw is de groep door de toegenomen (economische) mobiliteit meer verspreid geraakt. De rivieren in Midden-Nederland vormen echter duidelijk de zuidgrens.
Een Familievereniging ‘Brongers’ (opgericht 1976) geeft twee keer per jaar Brunja uit. In 1998 verscheen een genealogie Brongers, met hoofdstukken over o.a. het schijnbaar erfelijk voorkomen van tweelingen, wapens en huismerken, en contacten met justitie. De naar schatting 400 naamdragers in Nederland kunnen in verschillende stammen worden ondergebracht; daarbinnen is men administratief aantoonbaar familie. Voor de provincie Groningen zijn de hierna genoemde stammen en personen van belang. Andere stammen, waaronder een uit Oost-Friesland afkomstige, zeer grote, Drentse stam, worden hier niet behandeld.
De Groningse stam: de sinds 1685 stabiel aanwezige achternaam komt uit de al in de 16de eeuw in het gebied Midwolda/Westerlee actieve familie van een vrouw. Uit haar in 1660 te Veendam gesloten huwelijk komt nageslacht dat uiteindelijk in plaatsen als Winschoten en Groningen, Amsterdam, Vianen, Rotterdam en ’s-Gravenhage terechtkwam. Personen:
Tonnis Brongers (Winschoten 1697 - Scheemda 1746) zilversmid in Scheemda; gehuwd met Bauchijn Dries (Scheemda 1700 - Emden vóór 1760).
Reinder Jan Brongers (Groningen 1857 - ’s-Gravenhage 1916), margarinefabrikant (met Hendriks en Bos) in Groningen; gehuwd met Jeltje Struvé (Groningen 1866 Velp 1944).
Georg Alfred Brongers (Haarlem 1917), publicist in Middelstum; conservator van het Niemeyer Nederlands Tabacologisch Museum in Groningen en Museum Het Hoogeland in Warffum; gehuwd met Mensina Anje Huizinga (Huizinge 1915).
De Meedense stam: ook hier is de achternaam (stabiel sinds 1760) afkomstig van vrouwelijke zijde. Na het optreden van reders, scheepskapiteins en boekhandelaren, zijn in de 19de en 20ste eeuw dominant twee beroepsgroepen vertegenwoordigd:
1. Medici en personen werkzaam in de zorgsector, zoals:
Bronger Brongers Lzn. (Wildervank 1862 - Veendam 1943), huisarts en wethouder in Veendam; gehuwd met Fenna Jacoba van Linge (Veendam 1863 - Veendam 1950). Biografie 1994.
2.Een groep werkzaam in de kermis- en marktwereld, zoals:
Klaas Brongers (Muntendam 1926 - Groningen 1989), wafel- en oliebollenbakker in Wildervank en gehuwd met Lucina Sipkema (Harlingen 1926).
De Lauwerszee en Aduarder stam: nakomelingen gingen vanuit Aduard en Kollum naar Leeuwarden, Groningen en Amsterdam. Personen:
Hendrik Hagenauw Brongers (Garrelsweer 1781 - Mensingeweer 1840), notaris in Mensingeweer (wonend op het huis Matenesse) en gehuwd met Petronella Knijpinga (Groningen 1787 - Winsum 1871).
Hun zoon Pieter Brongers (Groningen 1813 - Mensingeweer 1867) was burgemeester en notaris in Mensingeweer; gehuwd met Julia Sophia Anna Charlotte Uilkens (Wehe (Leens) 1842 - Groningen 1919).
Roelof Brongers (Warfhuizen 1791 - Winsum 1855, broer van Hendrik Hagenauw Brongers), notaris in Appingedam en Winsum, gehuwd met Elisabeth van Beek (Amsterdam 1801 Groningen 1874). [Brongers]
Lit.: R.A. Brongers, ‘Bronger Brongers Lzn’ in: Van Dijken Foorthuis, Vierhonderd jaar Veenkoloniën, 42-44: R.A. Brongers en J.A. Brongers (red.), Brongers geboekt (Tubbergen en Amersfoort 1998) [in Brunja nr. 50 (aug 2000) zullen aanvullingen en verbeteringen op deze genealogie gepubliceerd worden]; J.A. Brongers, ‘Voornamelijk over Bronger’, Brunja nr. 48 (juli 1999) 3-19.