Een bijnaam is de niet-officiële naam die aan de eigenlijke naam van a) een persoon, b) een kleinere of grotere, al dan niet georganiseerde groep personen, c) een geografische eenheid, d) een ding wordt toegevoegd of deze vervangt.
Voorbeelden: a) Sneeuwvlokje = Ronald Koeman, voetballer: b) Good Old = Be Quick, voetbalvereniging; Brijhappers = Hogelandsters; c) Egypte = Woltersum; d) Moffrika = Duitsland; e) Olle Grieze = Martinitoren.
De intentie van een bijnaam kan dus positief, neutraal of negatief zijn; in het laatste geval spreekt men ook van scheld-, schimp- of spotnamen. Bijnamen zijn reeds vanaf de Oudheid bekend en zijn historisch gezien de voorlopers van de hedendaagse familienamen. Zo zijn familienamen als Zwart, De Zwart enz. uit bijnamen van het type Swarte Zywerd (Obergum, ca. 1408) ontstaan. Bijnamen van (de bewoners van) Groninger dorpen en steden vindt men onder de desbetreffende plaatsbeschrijvingen.
Lit.: R. Tempelaars, ‘Over de Das die fietste als een tijger en zijn soortgenoten. De term bijnaam als opmaat tot categorisering van 20ste-eeuwse (individuele) persoonsbijnamen’, Jaarboek van de Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie. Overzicht van het jaar 1990 (Leiden 1991) 67-94; D. van der Heide, Groot Schimpnamenboek van Nederland (Bedum 1998).