De opleving van historische bouwstijlen in de 19de eeuw (historische stijlen en eclecticisme) wordt in Groningen vooral vertegenwoordigd door architecten J.G. van Beusekom (neoclassicistische Korenbeurs, 1863) en G. Schnitger (zijn villa’s Ubbo Emmiussingel 2, 1881 en Hereplein, 1881 vertonen een meer internationaal eclecticisme met Duitse en Franse invloeden).
P.J.H. Cuypers, de Nederlandse wegbereider van de neogotiek, bouwde in de stad Groningen twee grote katholieke kerken: de inmiddels gesloopte Martinuskerk (1893) aan de Broerstraat en de St.-Jozefkerk aan de Rademarkt (1886). In de provincie Groningen bouwde hij rooms-katholieke kerken in Kloosterburen (1868) en Sappemeer (1872). Andere architecten die in de neogotische stijl bouwden zijn J. van Lokhorst (Mineralogisch-Geologisch Instituut, 1898; Physisch Laboratorium, 1899), P.M.A. Huurman (Oude Boteringestraat 59,1896) en A.Th. van Elmpt (Oude Kijk in ’t Jatstraat 15, 1896) en rijksbouwmeester C.H. Peters (vml. gemeentelijk ontvangerskantoor Reitdiepskade 1, 1883: Groninger Museum van Oudheden, 1894 en raadhuis van Winschoten, 1895).
J. van Lokhorst, J.A.W. Vrijman, A. Salm en in de provincie O. de Leeuw Wieland bouwden in een neorenaissancestijl. Ook een andere belangrijke bouwmeester en architectuurvernieuwer, H.P. Berlage, was in Groningen present, zowel in de stad als op het platteland. In een aan Berlage verwante sobere baksteenarchitectuur (rationalisme) werkten onder meer A.L. van Wissen (raadhuizen van Winsum, 1906; Uithuizen, 1907; Uithuizermeeden, 1908), J.A.
Mulock Houwer, A.R. Wittop Koning, Tj. Kuipers, Y. van der Veen (synagoge, 1905).De Art Nouveau of Jugendstil is in Groningen redelijk vertegenwoordigd. Belangrijke Groninger ontwerpers in deze weelderige stijl zijn A.Th. van Elmpt en P.M.A. Huurman en in de provincie J. Siccama en T. Reitsema.
De expressionistische architectuur van de Amsterdamse School was in de jaren ’20 en ’30 in Groningen populair en heeft dan ook in ruime mate zijn sporen nagelaten, zij het veelal in een verzakelijkte Groninger variant. In de stad Groningen werden, in een tijd van grote bouwproductie, heel wat nieuwe wijken in deze architectuur aangelegd (Oosterparkwijk, Korrewegbuurt, Helpman, Oranjebuurt). Van belang was vooral S.J. Bouma, die als gemeentearchitect een Amsterdamse School-stempel op Groningen drukte. Andere ontwerpers in de (Groninger variant van) de Amsterdamse School zijn bijvoorbeeld Evert van Linge, Kuiler & Drewes en Egbert Reitsma. In de provincie waren vooral J.
Kruijer, B. Jager, A. Wiersema, Van Hoorn & Benninga, E. Rozema, S.A. Veenstra en W. Reitsema Tzn. actief.
Het modernisme in de architectuur (Functionalisme, Nieuwe Zakelijkheid, Nieuwe Bouwen) kreeg in het vooroorlogse Groningen niet echt voet aan de grond. Opmerkelijk genoeg staat het gebouw dat algemeen wordt beschouwd als het eerste echt moderne gebouw in Nederland in de stad Groningen. De toenmalige mts aan de Petrus Driessenstraat van J.G. Wiebenga en L.C. van der Vlugt dateert van 1922. Enkele andere voorbeelden van het Nieuwe Bouwen zijn de villa ‘Linea Recta’ in Zuidhorn (1925) van Van der Vlugt en een villa aan de P. van Dijkstraat te Winschoten (1936) van H.P.C. de Haan. De Delftse School, die in de jaren ’30 opgeld deed met M.J.
Granpré Molière als belangrijkste pleitbezorger, stelde de vaderlandse baksteenbouw en het hoog opgaande dak centraal. In deze traditionalistische stijl ontwierp S.J. Bouma het woningbouwproject aan de Turfsingel in 1937. Ook in de provincie Groningen vindt men voorbeelden van deze architectuur, zij het in een vaak afgeleide, afgezwakte vorm: Delfzijl (kantoorgebouw
J. Beckering Vinckers, 1939), Meedhuizen (boerderij E. Reitsma, 1947) Glimmen, kerk E. Reitsma 1949), Woldendorp (boerderij, N.J. Kruizinga, 1948), Winsum (woonhuis K. G. Olsmeijer 1939).
[Reenders]
Lit.: R. Stenvert e.a., Monumenten in Nederland. Groningen (Zwolle 1998); LT. Hacquebord en R.M.H. Overbeek, Architectuur en stede bouw in de gemeente Groningen (Zwolle en Zeist 1994); W. Havik en A.
Blonk, Architectuurgids provincie Groningen (Groningen 1994); M. Panman en J. Possel. Architectuur en stedebouw in Groningen 1850-1940 (Zwolle en Zeist 1992); J. van der Beek, Architectuurgids Groningen 1900-1990 (Groningen 1990); H. Hekkema en R. Overbeek, Art Nouveau-Architectuur in Groningen (Groningen 1988).