Economische B. is uitsluiting van het economisch verkeer in het algemeen of van bepaalde onderdeelen: koop, verkoop, diensten, arbeid, als dwangmaatregel met een bepaald doel. (Het woord is afkomstig van de naam van een Iersche rentmeester, die in 1879 door uitsluiting van elk economisch verkeer gedwongen werd het land te verlaten).
B. kan behalve met een economisch of politiek doel o.a. ook plaats vinden uit godsdienstige motieven bijv. door het weeren van andersdenkenden als arbeidskrachten of het uitsluitend koopen bij geloofsgenooten; B. met een economisch doel vindt o.a. toepassing als dwang tot aansluiting bij een kartel of overeenkomst, in verband met een staking, waarbij het publiek wordt opgewekt de strijd der arbeiders door B. der betreffende waren te steunen, enz.; in de buitenlandsche handel met handelspolitieke doelstelling.
Economische B. met een politiek doel vond herhaaldelijk plaats, o.a. in de actie van Gandhi tegen Engelsche- en van de Chineezen tegen Japansche waren, en is in het kader van de Volkenbond een erkende zij het nooit algemeen toegepaste sanctie.
De Ned. wet laat B. in het algemeen toe, doch acht misleidende voorstelling bij de propaganda, belemmering van bedrijf, hinderen van het publiek of een doel in strijd met de goede zeden een onrechtmatige daad in de zin van art. 1401 B.W.
