jij, je, gij, ge, u; du, höre einmal, zeg, hoor eens; auf du und du stehen, elkaar tutoyeren, jijen en jouwen; du Halunke du!, jij schavuit, die je bent!
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk