Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Betrieb

betekenis & definitie

bedrijf, onderneming, fabriek; uitvoering, exploitatie, het drijven; drukte; der wissenschaftliche Betrieb, het wetenschappelijk werken; außer Betrieb setzen, buiten bedrijf stellen; im besten Betriebe, in vol bedrijf; in Betrieb setzen, in exploitatie nemen, in werking stellen; in vollem Betrieb, in volle werking; dort ist großer Betrieb, daar is ’t een grote drukte, een dolle boel; da ist wenig Betrieb, daar is niets te doen; abends ist da gar kein Betrieb, ’s avonds is 't daar een dooie boel.

< >