(Roden, Eelde, Annen, Ann.kan, Zuidlaren, Borger, Laaghalen, Assen), gäst (Hooghalen, Beilen, Kloosterveen, Dwingeloo, Elp, Zweeloo, Schoonebeek, Dalen, Weerdinge, G.nijveen, Borger, Rolde, Eext), gürste (Meppel, Ruinen), gäste (Smilde, Ruinerwold)
gerst. gaste wannen (Smilde) − gerst schoonmaken met de wan; gastendoppen (Eext) − doppen van de gerstkorrels; hoondergast − kippengerst. pelgaarst (N.-Dr.), pelgast (Zuidlaren, Veeningen, Emmen, Dalen), pelgaste (Uffelte), pellegast (Meppel), pallegauste (Hoogeveen), pegarste (Ruinen, Ruinerwold), pegaste (Diever, Dwingeloo), pegast (Halen, Beilen, Westerbork) − gerst van den bolster ontdaan, gort; pelgaastenbrij – gortebrij.