bolle (heldere o)
houten nap; Eelde, Peize, Norg, Donderen, Bunne, Vries, Elp, Weerdinge zeggen nap. Waar bol het gewone woord is, beteekent nap meestal een steenen pan (bv. Dalen, Zweeloo, Valte, Borger, Hooghalen). Samenst.: kaarmelksbolle (R.wold) of soepenbol (Bunne, Donderen, Eext); in een kinderliedje: Hol Bol zoepenbol (Borger).