bede, verzoek; te bee gaon, zonder geldelijke belooning bij iemand werken: gewoonlijk krijgt men dan een goed middagmaal, te Norg, Eelde en Donderen koffie, jenever; te Beilen, Borger stoet, tweibakken, koffie en jenever; te Rolde komen ze een avondje waor ze te bee west hebt; te Gieterveen, waar men op zeg gaon, zegmennen in dezen zin gebruikt, wordt een boterham gegeven. iets in of te bee laoten don b.v. de turf, een vracht hout of steen door de buren laten halen. Geraakt in onbruik te Emmen, is reeds onbekend te Zuidlaren, Zweeloo, Ruinen, R.wold; evenals de volgende samenstellingen: beeber − maaltijd ter belooning op beedienst (D.
V. 1839); beeboer − boer, die iets te bee gedaan heeft; beekoppel (Zuidenveld); beekluft (Roden); beeklub (Borger) − eenige (20, 30) menschen, die te bee werken; beemenner − iemand, die te bee helpt mennen, vervoeren; beehouwers (Borger) − menschen, die boekweitveen hakten; spinbee, hekelbee, braakbee, hooibee, bouwbee (Dr. Moz. II, 3): het laatste om het koren te maaien van een boer, die naar een ander dorp is verhuisd.