(Zuidwolde, Dwing., Vledder, Beilen, Halen), batterink (Uffelte), battink (Zuidenveld)
bromtol, tol, top, waarom een touw wordt gewonden, die niet met de zweep wordt geslagen; te Halen echter wel. Gieseltop (Wachtum, Norg), trieseltrop (Zweeloo, Sleen), triezeltop (Erm), tirreltop (N. en O.-Dr.), tiddeltop (Zuidl.), titteltop, tirteltop, sirteltop (Assen), sirltop (Ann. Kan.), tierllop (Elp) − gewone tol, soms (Halen) van een garenklosje gemaakt. Giebe (R.wold, Vledder, Uffelte) − beenen knoop met een gaatje er in; tol in den vorm van een paddestoel, giebel (Wijster); top (Assen, Anloo). Drîftol, drîftolle (Zw.-Dr.), driftol jagen (Borger) − met den dr. spelen.