(Dwingeloo); batterie (Ruinen); battereei (Wachtum); batterij
groote hoeveelheid. Een batterie veeren in 't bed hebben (Balinge); jongens loopen met 'n b. knikkers in de zak; verder als in 't Nederl.: hij komp nooit meer op de b. (Wijster); knap en fe(r)soenlijk op de b. komen, voor den dag komen. Ook "het vleezigste deel van 't lichaam" (alg.).