(Gieterveen, enz.); eekscheller (Ruinen, R.wold, Halen, Dwingeloo, Emmen), ieksch. (Borger, Valte, Wachtum), aiksch. (Zuidlaren); barkscheller, -schiller (Exloo, Valte, Emmen, Annerveen, Gieten, Gasselte, Eext)
eekschiller. ba(a)s eig. bast. Zie eek, bark.