Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

Gepubliceerd op 17-04-2025

B

betekenis & definitie

klinkt aan 't eind zacht, zoodat men onderscheidt krab en krap, dob en dop; men hoort hebbe, krabbe, krubbe, of hebb', krabb', krubb'. Maar beb, bebbe is geworden op vele plaatsen bep, beppe, enz.; en naast rakeldob bestaat ook raekeldoppe.

In woorden als even, bleven, leven, geven, boven, oven, avond, avontuur is b soms de plaatsvervanger van v; uitspraak: eebn, bleben, leben, geben, bobn, (n)oben(d), aobend, aobentuur. Te Meppel, Balinge, Oosterhesselen en elders blijft echter de v, te Hooghalen nadert ze tot w; Donderen zegt bobn, maar even. Deze zelfde wordt echter, door assimilatie met de n, ook m: ie kunt 't lem'd niet vastholden (Uffelte); evenzoo leemd, oomd (G.nijveen). Waar de paragogische d ontbreekt, is de uitspraak van dit leem (leven) niet gelijk die van leem: in 't laatste woord wordt de e gerond door de m en klinkt de m niet na, in 't eerste blijft de mond na de m gesloten, maar trilt de neusklank na.

< >