hengel, haak; fig. 'n nei pier an d'angel don of d'angel nog ees oetzetten op nieuw beproeven. Samenst. angelstok, hengelroede; zetangel touw zonder dobber met een grooten haak, Roden: zetlin; topangel − hengel met grooten dobber of top, waarmee de visscher loopt; wupangel − kleine hengel, om kleine visch te vangen; loerangel − bedriegelijk, valsch mensch.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk