(Borger, Gasselte, Buinen, Halen, Wijster, Dalen, Dwingeloo, Ruinen); anstoken (N.-Dr.)
dronken, kwaad (Zuidwolde), ziek (van appels, aardappels). Voor dronken ook an(e)scheuten (Dalen, Wachtum, Emmen, Hoogeveen, Ruinen); doen (Valte, Valtermond); enz.