Rode Bordeaux. Pauillac in de HautMédoc, Frankrijk
Voor het ontstaan van die naam bestaan op zijn minst 5 verklaringen. Baron Philippe, de huidige eigenaar, geeft er zelf 2: in het Oudfrans zou een heuvelachtig terrein mothon hebben geheten; verder zou een opeenvolging van kleine heuveltjes een associatie kunnen geven met moutonner (kroezen, krullen). Maar in de omgeving van Pauillac beweert men dat Mouton heel gewoon een plek is waar vroeger schapen op graasden. Voordat het in het bezit kwam van de De Rothschilds behoorde dit wijngoed aan baron de Brane, heer van Mouton (dit was in de 18de eeuw, en ook deze naam zou de huidige benaming kunnen verklaren). Het goed heette vroeger ChâteauPouyallet. Onder de eigenaren die het in bezit hebben gehad tussen de 16de eeuw en 1853, het jaar waarin de De Rothschilds het kochten, zitten heel wat beroemdheden, onder wie de hertog van Gloucester (1430), Jean Dunois en Gaston de Foix.
De wijngaard is nu al 4 generaties lang, oftewel meer dan een eeuw, in handen van de De Rothschilds; van Nathaniel ging hij over op James, vervolgens op Henri en ten slotte op Philippe, de achterkleinzoon van Nathaniel. De kwaliteit van zijn wijn gaat nog steeds vooruit en zijn reputatie houdt daarmee gelijke tred. In 1855, toen de wijngaarden van de Médoc werden geklasseerd, werd deze wijn reeds zeer hoog aangeslagen. Gezien het feit dat hij in die tijd niet voor de volledige prijs van een Premier Grand Cru werd verkocht maar wel weer voor een hogere prijs dan een Deuxième Grand Cru, kende men hem de speciale titel van eerste onder de Deuxièmes Grand Crus toe. Dit compromis beviel niet, en sindsdien voerde Château-Mouton het devies 'Premier ne puis, Second ne daigne, Mouton suis’, wat ze van een oud grapje uit de Rohan-familie hebben nageaapt. De De Rothschilds hebben dit echter zeer consciëntieus in de praktijk gebracht, zodat de MoutonRothschild bij decreet door het ministerie van Landbouw in 1973 eindelijk tot Premier Grand Cru werd gepromoveerd. Misschien is dit wel de eerste stap in de richting van een herziening van de oude classificatie.
De wijn heeft deze vooraanstaande plaats te danken aan zijn hoge kwaliteit, vooral sinds Philippe de Rothschild in 1926 zelf het beheer van de wijngaard op zich nam en later hiervan de eigenaar werd. Hierbij ondervond hij veel steun van M. Marjary, een zeer kundig man. Het beheer van de wijngaard valt tegenwoordig onder de verantwoordelijkheid van een directie bestaande uit Philippe Cottin, Raphaël Heras en Lucien Sionneau. Een gemiddelde produktie van 900 ‘barriques’ bestaat uitsluitend uit Cabemet Sauvignon en wordt lange tijd in de gistkuip gehouden. De ‘maître de chai, Raoul Blondin, wiens vader deze functie meer dan een halve eeuw heeft uitgeoefend, is ervan overtuigd dat men geen grote wijn kan maken zonder hem langdurig te laten gisten.
Op het ogenblik laat men bijna overal in de Médoc het druivesap niet langer dan 9 tot 15 dagen in contact met de schillen en de pitten. Op Mouton blijft de most echter in zijn geheel een hele maand lang in de gistkuip, dat is dus nog 20 dagen na het eind van het gistingsproces. Deze handelwijze, in combinatie met het gebruik van de Cabemet Sauvignon in een verhouding van 75% heeft tot doel een grote, krachtige wijn te produceren die een lange rijpingstijd op fles nodig heeft, maar dan ook een schitterende wijn oplevert met zeer lange levensduur. Dit wordt volledig gerechtvaardigd door de vraag naar oude wijnen en is, de prijs van de Mouton-Rothschild in aanmerking genomen, toch rendabel.
De grote chai van Mouton-Rothschild, waar de jonge wijn zijn eerste rijping doormaakt, is de meest spectaculaire van de hele Bordeaux. De keurig in 5 à 6 rijen, elk van zo’n 100 meter lengte, gerangschikte fusten bieden een indrukwekkende aanblik. Tijdens grote diners worden de grote dubbele deuren opengezet. De eigenlijke ‘chai’ ligt op de begane grond. Maar daaronder, in kelders waarvan de muren zwart zien van de aanslag, liggen meer dan 100 000 flessen Mouton die bij een constante temperatuur van 11° C worden bewaard. Daar bevindt zich ook de beroemde ‘wijnbibliotheek’ waarvan de zeldzame stukken bestaan uit flessen die onder het stof en de spinnewebben zitten, maar die wel meer dan 100 jaar oud zijn. Tegen de achterwand staat een rek waarin exemplaren van alle wijnjaren liggen sinds de dag dat de De Rothschilds het château kochten.
Het gevoel voor positieve publiciteit manifesteert zich niet alleen op het wijngoed. Zo worden de etiketten elk jaar geïllustreerd door weer een ander beroemd kunstenaar zoals Salvador Dali, Henry Moore, Jean Cocteau, Marc Chagall en Picasso. Jarenlang heeft baron Philippe, samen met zijn overleden echtgenote die er veel verstand van had, tal van schilderijen, glazen, wandtapijten, vazen en andere op de wijn betrekking hebbende voorwerpen verzameld. Deze worden tentoongesteld in een schitterend verlicht museum dat in 1962 werd geopend en de wijnliefhebber een collectie biedt om dankbaar voor te zijn. Dit is maar één voorbeeld van de talrijke inspanningen die baron Philippe zich heeft getroost bij zijn streven naar kwaliteit en een artistieke expressie van de wijn. Om die reden behoort zijn naam in de kronieken van de wijn te worden opgenomen.
Bijzonderheden: altijd krachtig, vol en bijna vlezig, met een speciale, welhaast metalige smaak - die de laatste jaren overigens is verdwenen - welke door de bewoners van de Bordeaux ‘goût de capsule’ wordt genoemd. Door het hoge percentage Cabernet Sauvignon verloopt het rijpingsproces zeer langzaam.
Oppervlakte: 72 ha
Gemiddelde produktie: 250 tonneaux (22 000 kistjes)