point - o., punt; stoot; steek;oog op dobbelsteen; onderwerp ; kantwerk; ,,point d’appui”: steunpunt; „point
d’honneur” : punt van eer, eergevoel; „point d’orgue”: rustpunt; „point de vue”: oogpunt, gezichtspunt, doelwit,pointe, v., spits; prikkeling; scherp gezegde; geestige zet.