Doelgroep verwijst naar de groep personen waarop een zender zijn communicatie richt. In de praktijk zullen vaak ook andere personen dan de doel¬groep de gecommuniceerde uiting waarnemen.
Deze personen worden dan aangeduid met waste of onbedoeld, nutteloos bereik. Andere termen voor doelgroep zijn o.a. schootsmassa (dr. H. J. A. Heimens in ‘De bedrijfseconomische betekenis van de recla¬me’, 1949) prospects en trefgroep. Bij het gebruik van het woord ‘publieksgroep(en)’ dient men dus steeds goed na te gaan of deze term het begrip doelgroep wel dekt.Voorbeelden van doelgroepen:
- Gezinshoofden in het bezit van een wasmachine (voor een machinewasmiddel);
- Nieuw-gevestigde inwoners van een ethnische minderheid (voor een gemeentelijke voorlichtingsdienst);
- Ouders van kinderen, die een voortgezette studie willen gaan volgen (voor een ministerie);
- Redactieleden en journalisten van de plaatselijke en regionale pers en radio (voor een nieuw bedrijf).