Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

William Cave

betekenis & definitie

Geboren 1637 in Leicestershire, een geestelijke, later domheer van Windsor, f 1713, een zeer geleerd man, die bijzonder thuis was in de patristiek en patrologie. Hij schreef zijne Geschiedenis van de Apostelen en de kerkvaders.

In het Hollandsch vertaald draagt zij tot titel Apostolische en kerkelijke Oudheden. Vervolgens schreef hij een Scriptorum eccles. historia litteraria, reikende tot de 14e eeuw.

Daarin worden over de 2000 schrijvers behandeld (1698). Tot 1715 is het werk later voortgezet.

Het bevat zeer veel bouwstof voor de geschiedbeschrijving, maar Cave heeft gewerkt zonder behoorlijke critische schifting en zonder het gewenschte historische en dogmatische doorzicht.

< >