Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Tonsuur

betekenis & definitie

De tonsuur was in de 4e eeuw nog onbekend. In 398 verbood een Synode te Carthago het scheren van haar en baard, omdat door dat scheren de Christenen te veel op de Heidensche priesters geleken.

Van de boetenden, bij wie het scheren een teeken van berouw was, namen de monniken het over als een symbool van boete en afhankelijkheid van God. In 533 werd de tonsuur op de Synode van Toledo voorgeschreven als wet.

Die de tonsuur ontvangen heeft, behoort tot den clerus, en heeft recht op een beneficium, al is hij nog niet gewijd. Zooals het geestelijk ambt een onvernietigbaar karakter draagt (character indelebilis), zoo moet, wie een tonsuur ontving, die ook altoos dragen.

De tonsuur moest elke maand vernieuwd worden, of men moest aan een krankheid lijden, die dit ongewenscht maakte. Tot het ontvangen van de tonsuur moest men den leeftijd van 7 jaren bereikt hebben en moest men de beginselen van lezen, schijven en van de leer des geloofs kennen.

Men moest ook de begeerte hebben om later geestelijke te worden. De bisschop mocht de tonsuur verleenen, ook andere geestelijken konden daarvoor aangewezen worden.

In den regel werd de tonsuur verleend tegelijk met de lagere wijdingen.Men onderscheidt drieërlei tonsuur;

1°. de tonsura Petri of kranstonsuur (tonsura coronalis). Deze tonsuur hield oorspronkelijk in, dat het haar boven op het hoofd weggeschoren werd, terwijl daar omheen een krans van haren bleef staan. Zoo werd de tonsuur op de Synode van Toledo voorgeschreven. Later werd bepaald, dat de tonsuur een weggeschoren plek haar op den schedel moest zijn. Naargelang van het ambt, dat men in de kerk bediende, was deze plek grooter.
2°. De tonsura Jacobi, die sinds de 6e eeuw in oud-Britsche, Iersche en Schotsche kerken in gebruik was. Die tonsuur bestond in het wegscheren van het haar aan de voorzijde van het hoofd. Deze moet ingevoerd zijn door Subutcus, zoon van koning Loigair. Ze werd verdrongen door de tonsura Petri en werd later spottend genoemd Tonsura Simonis Magi.
3°. De tonsura Pauli (volgens Hand. 21:24,26). Deze was in de Grieksche kerk in gebruik. Oorspronkelijk werd bij deze tonsuur het geheele voorste gedeelte van het hoofd kaalgeschoren. Tegenwoordig vindt men deze tonsuur in het kortknippen van het geheele hoofdhaar.

< >