(taalman), iemand, dietusschen menschen van verschillende taal, die elkander niet zouden verstaan, een van de beide talen overzet. Reeds in den ouden tijd werd van den dienst van tolken gebruik gemaakt.
Een voorbeeld daarvan vinden we in de geschiedenis van Jozef en zijn broeders (Gen. 42 : 23). Wat door de broeders onder elkander gezegd was, dat had een taalman gehoord, iemand die hun taal kende en die het aan Jozef meedeelen kon.
Tegenwoordig is een tolk ook bekend onder den naam translateur. Met name bij de Rechtbank wordt van zijn dienst meermalen gebruik gemaakt.
Personen, die bij de Rechtbank als zoodanig fungeeren, moeten vooraf den eed afleggen, en hebben den titel: beëedigd translateur.