Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Thanksgiving Day

betekenis & definitie

Een instelling in de Vereenigde Staten dateerend van de dagen der „Pilgrim Fathers” van Nieuw Engeland, 1621. De oogst van dat eerste jaar der nederzetting was gering.

Men had mais, gerst en erwten geplant. De eerste had een goeden oogst opgeleverd, maar de gerst was slecht en de erwten waren een mislukking.

Goeverneur Bradford zond toen vier mannen uit om wat wild te schieten. Met heel wat wilde kalkoenen en ander gevogelte keerde men terug, en uit dankbaarheid voor dien voorraad zoowel als ter erkenning van de goedheid Gods, die de nederzetting had willen sparen, besloot men een Dankdag te vieren, waartoe men ook de naburige Indianen verzocht.

Een week lang werd er feest gevierd op Christelijke wijze. Verschillende andere kolonies volgden mettertijd dat voorbeeld.

Toen de Unie tot stand kwam, vaardigde president Washington voor het eerst een proclamatie uit om als natie feest te vieren. Die proclamatie werd uitgevaardigd op 3 October 1789, en bepaalde, dat men Dankdag zou vieren op 26 November van dat jaar — de laatste Donderdag van de maand.

Behoudens enkele uitzonderingen is de laatste Donderdag van November steeds terzijde gezet om als natie den Gever alles goeds publiek te erkennen voor Zijne zegeningen. Een maand of zoo te voren komt een proclamatie af, geteekend door den Secretaris van de Unie en den President, steeds het jaar noemend van de Onafhankelijkheid der Unie, en „het jaar Onzes Heeren”.

Slechts een enkele maal, door President Cleveland, werd van den Naam des Heilands gewag gemaakt.

De diensten worden als regel des morgens van Dankdag in de kerken gehouden.

Des namiddags doet men meer en meer aan „sports”. De kalkoen is de hoofddisch van de vele en soms zeer overvloedige maaltijden in den familiekring, of met vrienden gevierd.

Gewoonlijk bevat de bovengenoemde proclamatie een opsomming van de zegeningen in het afgeloopen jaar als natie genoten. In de laatste jaren is de kerkgang er helaas niet beter op geworden, zoodat vele kerken „uniediensten” houden, bestaande uit voorgangers en leden van genabuurde gemeenten, soms van verschillende kerkengroepen, om zoodoende nog eenigszins gevulde kerkgebouwen te hebben.

Op zulke samenkomsten wordt o.a. de proclamatie van den president voorgelezen, in aansluiting aan een gepast gedeelte der Heilige Schrift. „Dankdag”prediking wordt dan gehouden. De kerken bestaande uit afstammelingen der Nederlandsche kolonisten nemen als regel den dag waar op voorbeeldige wijze wat kerkgang betreft, zoowel als den jaarlijkschen Biddag voor het gewas, op den tweeden Woensdag in Maart.

Pogingen aangewend om ook dien dag nationaal te doen vieren, zijn tot hiertoe mislukt.

< >