Als vijfde zintuig wordt meestal genoemd het gevoel, dat zetelt in de huid; dit gevoel dient wel onderscheiden te worden van het gevoel als gemoedsaandoening. Met onze huid kunnen we waarnemen: aanraking (en druk), pijn, en kou en warmte.
Bij nauwkeurig onderzoek blijkt, dat we met één punt van onze huid maar één van deze waarnemingen kunnen doen. Zoodoende kan de oppervlakte van onze huid verdeeld worden in zeer kleine velden (als een dambord); deze velden zijn zeer klein (puntvormig) op een plaats waar de huid zeer gevoelig is, b.v. top van de vingers, en elders veel grooter b.v. op den rug.
Men spreekt nu van tastpunten, pijnpunten, en kou- en warmtepunten. Deze punten zijn ongelijk verdeeld over de oppervlakte van ons lichaam: aan de toppen der vingers vindt men veel tastpunten, daarom kunnen we daarmee zoo goed tasten; terwijl op den rug van de hand meer kou- en warmtepunten aanwezig zijn, daarom kunnen we temperatuurverschillen het best waarnemen met den rug van de hand, beter dan met den top van den vinger.
Al deze waarnemingen doen we met behulp van z.g. gevoels- of sensibele zenuwen, waarvan tallooze fijne takjes in de huid beginnen. Deze sensibele zenuwen loopen alle naar het centraal zenuwstelsel, brengen alle prikkels uit de huid ten slotte over naar de hersenen, waar ze tot bewustzijn komen in onze ziel.