Hieronder verstaat men het samenstel der wettelijke bepalingen betreffende de heffing van belastingen of „rechten” aan de grenzen van een land bij den invoer, uitvoer en doorvoer van goederen.
De Nederlandsche wetgeving kent geen uitvoeren doorvoerrechten meer, doch slechts invoerrechten. Zij kunnen tweeërlei karakter dragen. Men noemt deze fiscale rechten, wanneer zij geheven worden ter versterking van de schatkist, en dus van waren die in het eigen land niet vervaardigd worden of van waren, waarop in het binnenland accijns rust. Men spreekt van beschermende rechten, wanneer de invoerrechten ten doel hebben den prijs van buitenlandsche producten te verhoogen, om daardoor de binnenlandsche voortbrenging te bevorderen. In Nederland en Amerika worden de rechten geheven naar de waarde der ingevoerde goederen; in bijna alle andere landen heft men specifieke rechten, waarbij alleen gerekend wordt met uitwendige kenteekenen als maat, gewicht, getal enz.
Differentieele rechten worden geheven door landen, die de producten van het eene land hooger belasten, dan die van het andere. Preferentieele rechten dienen om een bepaald land, met uitzondering van andere, door een laag tarief te begunstigen. Zulke rechten bestaan tusschen Engeland en de Engelsche koloniën. Retorsie-rechten keeren zich tegen landen, die men door een zwaardere belasting op de van hen afkomstige goederen, wil treffen voor een onaangename bejegening, van hen ondervonden.
In de wet van 20 December 1924, Staatsblad 568, die de oude wet van 1862 heeft vervangen, wordt het Nederlandsche tarief geregeld. De formaliteiten, die bij den invoer van goederen in acht moeten worden genomen vindt men in de Algemeene wet van 26 Augustus 1822, Staatsblad 38, sindsdien herhaaldelijk gewijzigd. De Waardewet, Staatsblad 1927 No. 17, regelt de wijze, waarop de waarde der goederen wordt vastgesteld.
Ten einde zoo juist mogelijke gegevens betreffende de statistiek van den in-, uit-, en doorvoer te verkrijgen, wordt krachtens de Wet op het Statistiekrecht, Staatsblad 1921, No. 55, sindsdien gewijzigd, een belasting geheven van vijf cent van elke vijftig gulden van de goederen, die worden ingevoerd of uitgevoerd.