komt over de geheele aarde onder natuurvolken voor. Soms geschiedt het bij de kinderen, soms bij jongelingen, soms bij het huwelijk, soms nog later.
Hier geschiedt het alleen bij vrouwen, daar alleen bij mannen, elders bij mannen en vrouwen beide.De voornaamste vormen van tandenverminking zijn:
1. zwartmaken;
2. ombuigen;
3. vijlen der snijtanden, zoodat ze recht naar voren staan;
4. uitslaan;
5. afzagen.
Vormen van tandenvijlen zijn: rondvijlen, rechtvijlen, spitsvijlen, invijlen, uitvijlen.
Motieven, waardoor men tot tandenvijlen kwam:
1. Ter verfraaiing van het uiterlijk; sieraad; mode uit vrees, dat de tanden te lang zullen worden (schoonheidsmotief).
2. Om op één of ander dier te gelijken (krokodil etc.); dus wegens totemistische opvattingen (d. w. z. vereering van een dier).
3. Om niet op sommige dieren te gelijken (hond, varken etc.). Dus zooals bij de Tanimbareezen en wat tenslotte neerkomt op 1 (schoonheidsmotief).
4. Opdat een vrouw als zij vertoornd is niet op haar tanden zou kunnen knersen, haar tanden niet zou kunnen laten zien, haar man niet zou bijten enz. (verzwakkingsmotief).
5. Om geen lepra te krijgen of andere ziekten (hygiënisch motief).
6. Om eenvoudig te toonen dat een vrouw reeds gehuwd is, of reeds huwbaar (leeftijdsteeken).
7. Om geen slechte, ongemanierde of opstandige taal te spreken. Dus zooals bij de jongelingen van de Tanimbar vroeger (moreel motief).
Verklaringen, die de geleerden geven voor ’t tandenvijlen zijn :
1. ’t Zou een stamteeken zijn. Maar de volksstammen zelf geven die verklaring niet, al is het b.v. onder Negers vaak een stamteeken.
2. Het vijlen zou geschieden, om het einde van 't tandverwisselen aan te geven. Maar waarom dan zoovaak het tanden vijlen alleen bij vrouwen ?
3. Om gemakkelijker te kunnen spuwen. Maar dit kan alleen bij het licht invijlen der tanden.
4. Om bij het vechten goed te kunnen bijten, of om gemakkelijker vleesch te kunnen eten, vooral bij kannibalen. Doch dit kan zeker niet bij het uitslaan of platvijlen der tanden.
5. Om een offer te brengen, zooals wel haar wordt geofferd of vingers afgesneden, dus een offer „pars pro toto” (een deel voor het geheel).
6. Om aan jonge menschen, die in den stam worden opgenomen een marteling op te leggen, hen te beproeven. Maar dit is een verklaring, die alleen uit de studeerkamer voortkomt.
Als al die verklaringen niet opgaan, wat dan ? Waarschijnlijk is het een modegril. En daarnaast kunnen dan nog wel bijbedoelingen mee hebben gegolden. Maar dit is alles gissing, tandenvijlen blijft iets geheimzinnigs.
Zie: Jos. v. d. Kolk, Het tandenvijlen der Tanimbareezen, Tijdschrift van het Kon. Aardr. Genootschap, Mei 1928, H.LingRoth, The Natives of Serawak.