Een van de vier doodstraffen (Ex. 17 : 4; 19 : 13; 21 : 28, 29, 32). Meestal staat er bij met steenen (Deut. 13 : 11; 17 : 5; 22 : 21, 24).
Het werkwoord gebruikt in de bovengenoemde plaatsen staat in verband met een zelfstandig naamwoord, dat niet gebruikt wordt doch ook steen beteekent. Echter een tweede werkwoord wordt gebruikt, waarvan de eerste beteekenis is opwerpen, te samen brengen, in het Arabisch van steenen voor een grafheuvel.
Dan verder in den zin van steenigen, doch dan daarbij gedacht aan werpen met steenen (Ez. 23:47; Lev. 24 16; 1 Kon. 12 : 18). Vaak komt dan het woord steen(en) er bij (Lev. 24 : 14; 20 : 2,27; Num. 14 : 10 en met een dubbelen accus.
Lev. 24 : 23). Wij vinden in onze vertaling nog van steenigen in Ex. 8 : 26, 1 Sam. 30 : 6, 1 Kon. 21 : 10, 14, 15 melding gemaakt.In het Nieuwe Testament komt het woord nog vaker voor, o.a. in de gelijkenissen van den Heiland (Matth. 21 : 35; Marc. 12 : 4). Dat de Joden er vlug bij waren om naar steenen te grijpen blijkt uit de Evangeliën en de Handelingen der Apostelen (Luc. 13 : 34; 20 : 6; Joh. 8:5; 10 : 31 v.v.; 11 : 8; Hand. 5 : 26; 7:58, 59; 14 : 5, 19; 2 Cor. 11 : 25; Hebr. 11 : 37; 12 : 20).
De vier doodstraffen waren: steeniging; gedood worden met het zwaard; verbranden en ophangen van het lijk. Alle andere straffen genoemd in Oud en Nieuw Testament zijn door buitenlanders ingevoerd.
Bij de steeniging moesten zij, die ooggetuigen waren geweest van de overtreding, den eersten steen opnemen (Deut. 17:7; Joh. 8 : 7).
Als van rechtswege een godslasteraar of overtreder, vooral bij ontucht, moest worden gedood dan was de gewone straf bij de Joden, het steenigen (Deut. 17:3 v.v.). Men sleepte hen die gesteenigd moesten worden buiten de legerplaats (vgl. de gelijkenis van de booze landlieden). Immers aan het bloed der gedooden kleefde een vloek. De heilige plaats werd daardoor verontreinigd. Zelfs een doodschuldige werd van ouds buiten de legerplaats gesteenigd. Atthalia werd buiten den tempel gedragen. Ook Paulus werd eerst den tempel uitgedragen, toen men hem wilde dooden.