Bij besluit van den Souvereinen Vorst van 18 December 1813 (Staatsblad 1814 no. 1) werd de uitgifte van het Staatsblad bevolen. Hierin worden opgenomen alle wetten en alle algemeene maatregelen van bestuur.
Geen wet wordt verbindend geacht, zoolang zij niet behoorlijk is afgekondigd. De afkondiging van wetten wordt gerekend in het koninkrijk bekend te zijn op den twintigsten dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin de wet is opgenomen, tenzij bij de wet zelve een ander tijdstip voor haar inwerkingtreden is vastgesteld.
De afkondiging van de algemeene maatregelen van inwendig bestuur van den staat geschiedt eveneens door plaatsing in het Staatsblad. Wanneer de algemeene maatregel van bestuur geen ander tijdstip bepaalt, wordt de afkondiging geacht bekend te zijn op den twintigsten dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin hij is geplaatst. Indien de algemeene maatregel van bestuur een ander tijdstip vaststelt, mag dit niet vroeger worden bepaald, dan op den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin hij is geplaatst. Bij deze spoedige inwerkingtreding wordt de algemeene maatregel tevens in de Nederlandsche Staatscourant opgenomen.
De zorg voor de uitgifte van het Staatsblad is opgedragen aan den minister van Justitie. De uitgave geschiedt door de Algemeene Landsdrukkerij te ’s Gravenhage.
